woensdag 4 april 2012

Wonder in Kana: water werd wijn. (Johannes 2: 1-11)

Zeer opzienbarend vind ik het eerste wonder dat Jezus (in het openbaar) deed: op een bruiloft veranderde Hij water in wijn, omdat de voorraad op was.
Een vraag die gemakkelijk kan opkomen is: waarom leende Jezus Zich voor iets dergelijks? Vergeleken bij Zijn meeste andere wonderen, zoals genezingen van zieken en het opwekken van overledenen, lijkt deze actie nogal vreemd. Was dit wonder nodig om de aandacht te trekken in verband met de start van Zijn openbare optreden? Dreigde het feest te mislukken en vond Hij het bruidspaar zo zielig? Misschien vond Hij het tijd worden voor lekkere wijn? Of deed Hij het om het geloof van Zijn discipelen te versterken? Dit laatste is zonder twijfel waar, maar ik denk dat er nog een andere, belangrijke reden voor was.

Hoewel Maria voordat Jezus werd geboren al wist wie haar zoon zou zijn, en hoewel zij wellicht stond achter alles wat Hij deed, verlangde Jezus van haar een heuse stap in geloof. Tijdens een bruiloftsfeest kwam Maria bij Hem met de opmerking: de wijn is op. Hij ging niet direct Zelf aan de slag om het probleem op te lossen, maar schakelde Maria in, want Hij vroeg haar: Wat kan ik er aan doen en wat kunt u er aan doen? (Joh. 2:4, letterlijk uit het Hebreeuws vertaald; ook wel - m.i. foutief: Vrouw, wat heb Ik met u te maken?) Daarmee had Maria een opdracht, die ze zelf mocht invullen. Vervolgens kwam ze in actie, want ze ging naar de bedienden en zei: Wat Jezus ook zegt, doe dat. Hiermee zette ze behoorlijk wat op het spel. Immers, als Jezus iets zou voorstellen dat niet zou werken, zou ze zichzelf en haar zoon beslist ongeloofwaardig hebben gemaakt bij hun vrienden op het feest. De bedienden vulden daarna op aanwijzing van Jezus een aantal vaten met water en brachten die naar de ceremoniemeester. Deze mensen voerden ongetwijfeld hoofdschuddend slechts een opdracht uit, maar Maria verrichtte een geloofsdaad. Het was dan ook op basis van deze daad dat Jezus het wonder volbracht.

Dit principe is vaker terug te vinden in de Bijbel: uit de kruik van de weduwe van Sarefat kwam pas olie, nadat de vrouw de lege kruik had omgedraaid - en dat herhaalde zich telkens weer; Petrus liep op het water, nadat hij op uitnodiging van Jezus uit de boot stapte; de tien melaatsen werden genezen, nadat ze - zo ziek als ze waren - op pad gingen om zich door de priesters te laten keuren; de discipelen vingen pas vis, nadat ze hun net op aanwijzing van Jezus hadden uitgegooid; bij de wonderbare spijziging werd brood en vis vermenigvuldigd, nadat de discipelen hun manden met een paar brokken brood en vis hadden omgedraaid (zie ook de post: talent) - en ook dat moet herhaaldelijk zijn uitgevoerd, want er was tenslotte genoeg te eten voor duizenden mensen daar ter plaatse; Abraham werd door God gerechtvaardigd en ontving zijn zoon Izaäk terug, nadat hij bereidheid toonde om hem af te staan. Zomaar een paar voorbeelden, maar het ging steeds om een geloofsdaad.

Ook van ons wordt een stap in geloof gevraagd: God wil dat wij vertrouwen stellen op het zondeverzoenend offer van Jezus - Zijn sterven aan het kruis. Want op basis hiervan kan God ons als volkomen rechtvaardig beschouwen, en alleen een volkomen rechtvaardige ontvangt het eeuwige leven.
Wie wil, en het aandurft die stap te zetten, zal niet bedrogen uitkomen!









De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.







maandag 2 april 2012

kado. (1 Korintiërs 2:9-12)

 
Onze gedachten spelen zich af in ons diepste binnenste. Soms hoor je iemand zeggen: het lijkt wel alsof je mijn gedachten kunt lezen. Maar niemand kan ze kennen dan wijzelf. De ander kent ons slechts op basis van uiterlijke dingen; aan wat wij laten zien en vertellen.
Ook God heeft diepten, en de apostel Paulus zegt in de eerste brief aan de Korintiërs dat niemand weet wat er in God is, dan Zijn eigen Geest.

Ik kwam eens met mijn zoontje in een winkel waar een uniek petje lag dat hij heel graag wilde hebben, maar niet kon kopen, omdat hij enkele dagen daarvoor al zijn geld had uitgegeven. Het liep tegen zijn verjaardag en ik besloot het ‘stiekem’ aan te schaffen, terwijl ik hem vertelde dat hij er maar voor moest sparen. En terwijl zijn felbegeerde petje weken lang veilig in de kast op hem lag te wachten, was hij aldoor bang dat de winkelier het zou verkopen aan iemand anders. Ik heb het als bijzonder onprettig ervaren om het zolang voor hem verborgen te houden ...
Ook God wacht met het geven van Zijn kado - betaald met het bloed van Jezus. Maar Hij wil ons niet in het ongewisse laten en wel een tipje van de sluier oplichten, door ons Zijn Geest te geven, opdat wij zouden weten wat Gods gedachten zijn, namelijk wat Hij ons in genade wil schenken.

Zoals verborgen bodemschatten hun pracht pas in het licht prijsgeven, zo wil God openbaren wat sinds de schepping verborgen was. Want door het licht van geloof wordt het zichtbaar: wie kiest voor de genade die ons gebracht is door het lijden en sterven van Jezus, zal God uiteindelijk van aangezicht tot aangezicht zien èn kennen, en een volmaakt, onsterfelijk lichaam krijgen.

Wie wil, neemt het Leven zonder te betalen, want de kostprijs is voldaan.




 


Zoals verborgen bodemschatten hun
pracht pas in het licht prijsgeven ...







De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.





zaterdag 24 maart 2012

G(één) talent. (Matteüs 25:14-30 / Habakuk 3:17–19)

Sommige mensen lijken alles te kunnen. Elk ding dat ze aanraken, verandert in goud. Maar er zijn ook mensen die zich nietsnutten vinden. Zij zien iemands succes en zakken vervolgens moedeloos op een stoel, overtuigd van hun eigen absolute talentloosheid – nutteloos voor zichzelf, nutteloos voor de medemens en vooral nutteloos voor God.
Ik sprak eens iemand die erg leed onder deze overtuiging. Haar levensvreugde was ver te zoeken. Want eenmaal aangekomen voor de troon van God, zou ze haar lege handen moeten tonen en achter haar rug een vruchteloos, zinloos leven.

Jezus vertelde een verhaal over drie mensen met talent. De een had veel gekregen, de tweede een beetje, en de derde bijna niets. Bijna niets is toch iets en in het verhaal van Jezus trad niemand op zonder enig talent. Dat zegt al heel wat. Veel of weinig, ik ben er van overtuigd dat iedereen wel iets meegekregen heeft en er iets nuttigs mee kan doen. Wij zijn immers allen geschapen naar het beeld en gelijkenis van de hemelse Schepper?
Maar de man met bijna niets zag het niet zitten met dat kleine beetje en borg zijn talent weg, om er vervolgens niets mee te doen. Na verloop van tijd gaf hij het ongebruikt terug. Daarna kreeg hij straf voor zijn domme houding.
De discipelen van Jezus moesten eens met vijf broden en twee vissen een menigte mensen voeden. Dat leek een onmogelijkheid. Maar Jezus voorzag een aantal manden – wellicht afkomstig uit de daar aanwezige vissersboten - van een paar brokken brood en vis. En toen de discipelen in gehoorzaamheid hun bijna lege manden voor de mensen omkeerden, bleek het wonder van vermenigvuldiging zich te voltrekken; genoeg te eten voor duizenden mensen! Deze geschiedenis laat duidelijk zien dat we nooit te weinig hebben en dat we mogen blijven vertrouwen op God, omdat Hij het ontbrekende kan aanvullen.

Er kan een periode in ons leven zijn dat er inderdaad niets lijkt te lukken. Dan ligt daar een uitdaging. De profeet Habakuk bezingt het zo treffend: "Al zou de vijgenboom niet bloeien, al zou de wijnstok niets voortbrengen, al zou de oogst van de olijfboom teleurstellen, de akkers niets opleveren, de schaapskooi leeg zijn en er geen runderen in de stallen staan, toch zal ik juichen om wie de Heer is, jubelen voor de God die mij redt."

Wij mogen met een gerust hart vertrouwen op God. Dat deed Habakuk ook, want de profeet besluit met de woorden: "De Heer maakt mijn voeten snel als die van hinden. Hij tilt mij over mijn beperkingen heen."
 

 


















De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.

donderdag 22 maart 2012

Psalm 22.

Toen Jezus aan het kruis hing, riep Hij uit: Eli, Eli, lama sabagtani. Dit is Aramees en het betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten?
Waarom riep Jezus dit? Wist Hij het even niet meer? Zocht Hij misschien naar een antwoord, omdat het niet leek te gaan volgens plan? Of beleefde Hij, naast de afschuwelijke lichamelijke pijnen, een onbedoeld hels moment van het totaal los zijn van God?

Voor meer licht op deze zaak moeten we kijken naar psalm 22; een psalm van Koning David over een dieptepunt, maar ook over uitkomst en overwinning. David heeft ernstige dieptepunten in zijn leven gekend. Zo moest hij een aantal malen vluchten voor zijn leven, en heeft hij God tevergeefs gesmeekt het leven van een van zijn kinderen te sparen; een jongetje dat hij tijdens overspel met Batseba had verwekt. Deze psalm beschrijft niet slechts Davids eigen nood en vertrouwen op God, ook lijkt het terug te blikken op omstandigheden van het hele volk van Israël in minder gelukkige tijden. Te denken valt aan de Babylonische ballingschap – een periode van diepe ellende voor het Joodse volk, maar met een grootse uitredding.

Als in het jodendom iemand een psalm wil citeren, dan volstaat de eerste regel. En wat Jezus uitriep aan het kruis, was de eerste regel van psalm 22. Daarmee bracht Hij de gehele psalm in één keer onder de aandacht van hen die naar de kruisiging waren komen kijken. Het bijzondere is dat psalm 22 profetisch is en deels naadloos over het lijden van Jezus kan worden gelegd, maar ook over de daarop volgende overwinning van Gods Koninkrijk. Bijvoorbeeld: Zij verdelen mijn klederen onder elkaar en werpen het lot over mijn gewaad. En: Boosdoeners hebben mij omsingeld en werpen zich als leeuwen op mijn handen en voeten (volgens de NBG: die mijn handen en voeten doorboren). En: Alle einden van de aarde zullen het gedenken en zich tot de Heer bekeren. Ja, zelfs tijdens Zijn hevigste lijden wist Jezus nog uitzicht te bieden aan hen die dat niet meer hadden.

Hetgeen Jezus riep aan het kruis was geen uiting van bittere vertwijfeling, van hopeloosheid of van eenzaamheid, maar van uitzicht op Zijn aanstaande overwinning! Glorie aan Hem die het heeft volbracht!






Verlos mij uit des leeuwen muil; en verhoor mij van de hoornen der eenhoornen.
(Psalm 22:22, Statenvertaling)





   
De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.



dinsdag 20 maart 2012

Kennen. (Psalm 139)

Om de grootheid van het heelal te kunnen zien, is het tegenwoordig niet nodig om met fantasie naar de nachtelijke sterrenhemel te kijken. Op het internet zijn prachtige foto’s te vinden van verre sterrennevels, planeten met reusachtige ringen en zonnen met astronomisch grote vlammen.
God schiep niet slechts de sterrenhemel met al haar grote pracht en praal, maar ook de aarde met de bloemen, de dieren en ons mensen. God de schepper van sterren en planeten voelde Zich niet te groot om een kleine mier te maken. Hoe wonderlijk is het dat zelfs zulke kleine wezentjes vol zitten met instincten die de zorg voor elkaar regelen, de voortplanting en het zoeken naar voedsel.

Het is duidelijk dat de Schepper oog heeft voor detail. De psalmist zegt dat die machtige Schepper ons van binnen en van buiten kent en dat Hij bekend is met al ons doen en laten. Hij heeft oog voor onze wensen en vluchtige gedachten. Hij heeft oog voor onze lach, maar ook voor onze tranen.

Hoewel God persoonlijk met ons wil omgaan, wacht Hij totdat wij Hem de ruimte geven. Niet voor luttele jaren wil Hij deel uitmaken van ons leven. En niet alleen voor het leven hier en nu wil Hij zich laten kennen als een liefdevolle Vriend en Vader. Nee, voor eeuwig wil Hij bij ons zijn. Jezus zegt: Dit is het eeuwige leven, dat ze U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die U gezonden hebt.

Wie zijn hart voor de Schepper opent, haalt de eeuwigheid in huis. 






De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.





maandag 19 maart 2012

Schepper. (Johannes 14:9 / Johannes 3:16)

Heeft u zich wel eens een voorstelling van onze Schepper proberen te maken? Misschien denkt u aan een rijzige persoon op een grote, gouden troon, omringd door witte, indrukwekkende gestalten. Of misschien ziet u een streng gezicht met vurige ogen, die recht in uw hart kijken.

Filippus, een van Jezus discipelen, vroeg om God de Vader te mogen zien. Het antwoord moet even verrassend als teleurstellend overgekomen zijn, want Jezus zei: Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Ook Mozes, die zeer close met God omging, stelde diezelfde vraag. En hoewel God Mozes Zijn gestalte toonde, bleef Zijn gezicht verborgen. Want, verklaarde God, geen mens zal mij zien èn leven.

Uit het scheppingsverhaal in Genesis lezen wij dat God het gehele universum uit het niets tot aanzien riep. Die macht gaat ons begrip verre te boven. Even bijzonder en onbegrijpelijk is daarom het feit dat die Schepper zelf een mens werd; een mens in wie wij God kunnen zien; die onze taal sprak en uiteindelijk zelfs bereid was te sterven. Waarom? Had God zichzelf dat lijden niet kunnen besparen? De Bijbel geeft hier luid en duidelijk antwoord op: Nee.

Onze brandende vraag hoe God eruit ziet, is in het licht van de Bijbel eigenlijk niet zo van belang. Belangrijker is de vraag hoe Hij òns ziet in deze door ons beschadigde en verziekte schepping. De Bijbel zegt dat het onze zonden zijn die scheiding met God teweeg brengen. En die scheiding met God gaat door, tot in alle generaties na ons. God ziet ons zondermeer als doodschuldig.

Blijft het daarbij?

Nee! Want er staat in de Bijbel geschreven: Zo lief had God de wereld dat Hij zijn enig geboren zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Door Jezus mogen wij God weer in de ogen kijken en leven. Door Jezus mogen wij onze hand in die van onze machtige Schepper leggen en met een volkomen gereinigd hart tot hem zeggen: ‘Vader’.


 






De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.


Mist. (Jesaja 44:22)

Als kleine jongen ben ik eens verdwaald geweest in de mist. Het was een angstige ervaring, die ik me nog herinner als de dag van gisteren. In het vuur van mijn spel week ik af van een pad en holde een mistig weiland in. Plotseling werd de mist dikker en was ik alle gevoel van richting kwijt. Roepen hielp niet, want het bleef rondom mij zo stil als de nacht.

Zoals een mens verdwaald kan raken in de mist, zo kan een mens ook verdwaald raken in zonden. Foute keuzes, verkeerde gewoonten, onoplettendheid, goddeloosheid; je kunt er het spoor in bijster raken als in een dichte nevel.

Er zijn twee manieren waardoor mist kan verdwijnen: door de warmte van de zon en door de stroming van de wind. Ook geestelijke mist verdwijnt door diezelfde twee dingen: God wil de wind van de Heilige Geest door ons hart laten waaien, waardoor er weer zicht komt. En wie het licht van Jezus in zijn leven toelaat, komt weer op het spoor, hoe verdwaald ook, want Jezus is de blinkende Morgenster. God zegt bij monde van Jesaja: Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk.


Met zoeken en heen en weer lopen ben ik uiteindelijk weer op het pad teruggekomen. En wie oprecht naar Jezus zoekt, zal Hem vinden; de Weg, de Waarheid èn het Leven.









De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.

Bergen. (Psalm 121)

Ik zag eens bij iemand een tegeltje aan de wand hangen met de veelzeggende tekst: God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst. Die tekst klinkt goed, maar kan ons ook gemakkelijk op het verkeerde been zetten. Het kan lijken alsof God slechts geïnteresseerd is in onze aankomst, en zich niet druk maakt over onze weg er naartoe.
Niets is minder waar. God wil wel degelijk betrokken zijn bij alles wat wij meemaken. Soms houdt Hij ons verre van moeite en zorg en soms draagt Hij ons er doorheen. Hij is zó bij ons betrokken, dat volgens de Bijbel zelfs al onze haren zijn geteld.
Toch lijkt het vaak alsof wij er alleen voor staan. Dan kunnen we tegen de moeilijkheden opkijken, alsof het bergen zijn. En soms lijkt het alsof die bergen ons totaal omringen. Als je dan na hevige inspanning over de top van de ene berg bent geklommen, zie je de volgende alweer opdoemen. Om moedeloos van te worden.

Dit is niet de manier van leven die God voor ons wil. Zeker, er kunnen hoge bergen zijn. Maar het is niet nodig dat wij al onze krachten verbruiken met uitputtende geestelijke klimpartijen. De Psalmist zegt: Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? Dan geeft hij het antwoord: Mijn hulp is van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft.

God weet alles over bergen. Hij kent niet alleen elke hoogte en diepte op aarde, maar Hij weet ook af van al onze persoonlijke hoogte- en dieptepunten. Hij is het die ons wil leiden en ondersteunen tijdens onze levensreis, hoe onstuimig die ook is. De laatste regel van Psalm 121 luidt: De Heer zal uw uitgang én ingang bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid. Met andere woorden: van de wieg tot het graf. Veilig en doelgericht wil Hij ons leiden, elke dag van ons leven.



Ik hef mijn ogen op naar de bergen...






De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.