zaterdag 24 maart 2012

G(één) talent. (Matteüs 25:14-30 / Habakuk 3:17–19)

Sommige mensen lijken alles te kunnen. Elk ding dat ze aanraken, verandert in goud. Maar er zijn ook mensen die zich nietsnutten vinden. Zij zien iemands succes en zakken vervolgens moedeloos op een stoel, overtuigd van hun eigen absolute talentloosheid – nutteloos voor zichzelf, nutteloos voor de medemens en vooral nutteloos voor God.
Ik sprak eens iemand die erg leed onder deze overtuiging. Haar levensvreugde was ver te zoeken. Want eenmaal aangekomen voor de troon van God, zou ze haar lege handen moeten tonen en achter haar rug een vruchteloos, zinloos leven.

Jezus vertelde een verhaal over drie mensen met talent. De een had veel gekregen, de tweede een beetje, en de derde bijna niets. Bijna niets is toch iets en in het verhaal van Jezus trad niemand op zonder enig talent. Dat zegt al heel wat. Veel of weinig, ik ben er van overtuigd dat iedereen wel iets meegekregen heeft en er iets nuttigs mee kan doen. Wij zijn immers allen geschapen naar het beeld en gelijkenis van de hemelse Schepper?
Maar de man met bijna niets zag het niet zitten met dat kleine beetje en borg zijn talent weg, om er vervolgens niets mee te doen. Na verloop van tijd gaf hij het ongebruikt terug. Daarna kreeg hij straf voor zijn domme houding.
De discipelen van Jezus moesten eens met vijf broden en twee vissen een menigte mensen voeden. Dat leek een onmogelijkheid. Maar Jezus voorzag een aantal manden – wellicht afkomstig uit de daar aanwezige vissersboten - van een paar brokken brood en vis. En toen de discipelen in gehoorzaamheid hun bijna lege manden voor de mensen omkeerden, bleek het wonder van vermenigvuldiging zich te voltrekken; genoeg te eten voor duizenden mensen! Deze geschiedenis laat duidelijk zien dat we nooit te weinig hebben en dat we mogen blijven vertrouwen op God, omdat Hij het ontbrekende kan aanvullen.

Er kan een periode in ons leven zijn dat er inderdaad niets lijkt te lukken. Dan ligt daar een uitdaging. De profeet Habakuk bezingt het zo treffend: "Al zou de vijgenboom niet bloeien, al zou de wijnstok niets voortbrengen, al zou de oogst van de olijfboom teleurstellen, de akkers niets opleveren, de schaapskooi leeg zijn en er geen runderen in de stallen staan, toch zal ik juichen om wie de Heer is, jubelen voor de God die mij redt."

Wij mogen met een gerust hart vertrouwen op God. Dat deed Habakuk ook, want de profeet besluit met de woorden: "De Heer maakt mijn voeten snel als die van hinden. Hij tilt mij over mijn beperkingen heen."
 

 


















De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten