Sommige mensen lijken alles te kunnen. Elk ding dat ze aanraken, verandert in goud. Maar er zijn ook mensen die zich nietsnutten vinden. Zij zien iemands succes en zakken vervolgens moedeloos op een stoel, overtuigd van hun eigen absolute talentloosheid – nutteloos voor zichzelf, nutteloos voor de medemens en vooral nutteloos voor God.
Ik sprak eens iemand die erg leed onder deze overtuiging. Haar levensvreugde was ver te zoeken. Want eenmaal aangekomen voor de troon van God, zou ze haar lege handen moeten tonen en achter haar rug een vruchteloos, zinloos leven.
Jezus vertelde een verhaal over drie mensen met talent. De een had veel gekregen, de tweede een beetje, en de derde bijna niets. Bijna niets is toch iets en in het verhaal van Jezus trad niemand op zonder enig talent. Dat zegt al heel wat. Veel of weinig, ik ben er van overtuigd dat iedereen wel iets meegekregen heeft en er iets nuttigs mee kan doen. Wij zijn immers allen geschapen naar het beeld en gelijkenis van de hemelse Schepper?
Maar de man met bijna niets zag het niet zitten met dat kleine beetje en borg zijn talent weg, om er vervolgens niets mee te doen. Na verloop van tijd gaf hij het ongebruikt terug. Daarna kreeg hij straf voor zijn domme houding.
De discipelen van Jezus moesten eens met vijf broden en twee vissen een menigte mensen voeden. Dat leek een onmogelijkheid. Maar Jezus voorzag een aantal manden – wellicht afkomstig uit de daar aanwezige vissersboten - van een paar brokken brood en vis. En toen de discipelen in gehoorzaamheid hun bijna lege manden voor de mensen omkeerden, bleek het wonder van vermenigvuldiging zich te voltrekken; genoeg te eten voor duizenden mensen! Deze geschiedenis laat duidelijk zien dat we nooit te weinig hebben en dat we mogen blijven vertrouwen op God, omdat Hij het ontbrekende kan aanvullen.
Er kan een periode in ons leven zijn dat er inderdaad niets lijkt te lukken. Dan ligt daar een uitdaging. De profeet Habakuk bezingt het zo treffend: "Al zou de vijgenboom niet bloeien, al zou de wijnstok niets voortbrengen, al zou de oogst van de olijfboom teleurstellen, de akkers niets opleveren, de schaapskooi leeg zijn en er geen runderen in de stallen staan, toch zal ik juichen om wie de Heer is, jubelen voor de God die mij redt."
Wij mogen met een gerust hart vertrouwen op God. Dat deed Habakuk ook, want de profeet besluit met de woorden: "De Heer maakt mijn voeten snel als die van hinden. Hij tilt mij over mijn beperkingen heen."
De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.
zaterdag 24 maart 2012
donderdag 22 maart 2012
Psalm 22.
Toen Jezus aan het kruis hing, riep Hij uit: Eli, Eli, lama sabagtani. Dit is Aramees en het betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten?
Waarom riep Jezus dit? Wist Hij het even niet meer? Zocht Hij misschien naar een antwoord, omdat het niet leek te gaan volgens plan? Of beleefde Hij, naast de afschuwelijke lichamelijke pijnen, een onbedoeld hels moment van het totaal los zijn van God?
Voor meer licht op deze zaak moeten we kijken naar psalm 22; een psalm van Koning David over een dieptepunt, maar ook over uitkomst en overwinning. David heeft ernstige dieptepunten in zijn leven gekend. Zo moest hij een aantal malen vluchten voor zijn leven, en heeft hij God tevergeefs gesmeekt het leven van een van zijn kinderen te sparen; een jongetje dat hij tijdens overspel met Batseba had verwekt. Deze psalm beschrijft niet slechts Davids eigen nood en vertrouwen op God, ook lijkt het terug te blikken op omstandigheden van het hele volk van Israël in minder gelukkige tijden. Te denken valt aan de Babylonische ballingschap – een periode van diepe ellende voor het Joodse volk, maar met een grootse uitredding.
Als in het jodendom iemand een psalm wil citeren, dan volstaat de eerste regel. En wat Jezus uitriep aan het kruis, was de eerste regel van psalm 22. Daarmee bracht Hij de gehele psalm in één keer onder de aandacht van hen die naar de kruisiging waren komen kijken. Het bijzondere is dat psalm 22 profetisch is en deels naadloos over het lijden van Jezus kan worden gelegd, maar ook over de daarop volgende overwinning van Gods Koninkrijk. Bijvoorbeeld: Zij verdelen mijn klederen onder elkaar en werpen het lot over mijn gewaad. En: Boosdoeners hebben mij omsingeld en werpen zich als leeuwen op mijn handen en voeten (volgens de NBG: die mijn handen en voeten doorboren). En: Alle einden van de aarde zullen het gedenken en zich tot de Heer bekeren. Ja, zelfs tijdens Zijn hevigste lijden wist Jezus nog uitzicht te bieden aan hen die dat niet meer hadden.
Hetgeen Jezus riep aan het kruis was geen uiting van bittere vertwijfeling, van hopeloosheid of van eenzaamheid, maar van uitzicht op Zijn aanstaande overwinning! Glorie aan Hem die het heeft volbracht!
Waarom riep Jezus dit? Wist Hij het even niet meer? Zocht Hij misschien naar een antwoord, omdat het niet leek te gaan volgens plan? Of beleefde Hij, naast de afschuwelijke lichamelijke pijnen, een onbedoeld hels moment van het totaal los zijn van God?
Voor meer licht op deze zaak moeten we kijken naar psalm 22; een psalm van Koning David over een dieptepunt, maar ook over uitkomst en overwinning. David heeft ernstige dieptepunten in zijn leven gekend. Zo moest hij een aantal malen vluchten voor zijn leven, en heeft hij God tevergeefs gesmeekt het leven van een van zijn kinderen te sparen; een jongetje dat hij tijdens overspel met Batseba had verwekt. Deze psalm beschrijft niet slechts Davids eigen nood en vertrouwen op God, ook lijkt het terug te blikken op omstandigheden van het hele volk van Israël in minder gelukkige tijden. Te denken valt aan de Babylonische ballingschap – een periode van diepe ellende voor het Joodse volk, maar met een grootse uitredding.
Als in het jodendom iemand een psalm wil citeren, dan volstaat de eerste regel. En wat Jezus uitriep aan het kruis, was de eerste regel van psalm 22. Daarmee bracht Hij de gehele psalm in één keer onder de aandacht van hen die naar de kruisiging waren komen kijken. Het bijzondere is dat psalm 22 profetisch is en deels naadloos over het lijden van Jezus kan worden gelegd, maar ook over de daarop volgende overwinning van Gods Koninkrijk. Bijvoorbeeld: Zij verdelen mijn klederen onder elkaar en werpen het lot over mijn gewaad. En: Boosdoeners hebben mij omsingeld en werpen zich als leeuwen op mijn handen en voeten (volgens de NBG: die mijn handen en voeten doorboren). En: Alle einden van de aarde zullen het gedenken en zich tot de Heer bekeren. Ja, zelfs tijdens Zijn hevigste lijden wist Jezus nog uitzicht te bieden aan hen die dat niet meer hadden.
Hetgeen Jezus riep aan het kruis was geen uiting van bittere vertwijfeling, van hopeloosheid of van eenzaamheid, maar van uitzicht op Zijn aanstaande overwinning! Glorie aan Hem die het heeft volbracht!
dinsdag 20 maart 2012
Kennen. (Psalm 139)
Om de grootheid van het heelal te kunnen zien, is het tegenwoordig niet nodig om met fantasie naar de nachtelijke sterrenhemel te kijken. Op het internet zijn prachtige foto’s te vinden van verre sterrennevels, planeten met reusachtige ringen en zonnen met astronomisch grote vlammen.
God schiep niet slechts de sterrenhemel met al haar grote pracht en praal, maar ook de aarde met de bloemen, de dieren en ons mensen. God de schepper van sterren en planeten voelde Zich niet te groot om een kleine mier te maken. Hoe wonderlijk is het dat zelfs zulke kleine wezentjes vol zitten met instincten die de zorg voor elkaar regelen, de voortplanting en het zoeken naar voedsel.
Het is duidelijk dat de Schepper oog heeft voor detail. De psalmist zegt dat die machtige Schepper ons van binnen en van buiten kent en dat Hij bekend is met al ons doen en laten. Hij heeft oog voor onze wensen en vluchtige gedachten. Hij heeft oog voor onze lach, maar ook voor onze tranen.
Hoewel God persoonlijk met ons wil omgaan, wacht Hij totdat wij Hem de ruimte geven. Niet voor luttele jaren wil Hij deel uitmaken van ons leven. En niet alleen voor het leven hier en nu wil Hij zich laten kennen als een liefdevolle Vriend en Vader. Nee, voor eeuwig wil Hij bij ons zijn. Jezus zegt: Dit is het eeuwige leven, dat ze U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die U gezonden hebt.
Wie zijn hart voor de Schepper opent, haalt de eeuwigheid in huis.
De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.
God schiep niet slechts de sterrenhemel met al haar grote pracht en praal, maar ook de aarde met de bloemen, de dieren en ons mensen. God de schepper van sterren en planeten voelde Zich niet te groot om een kleine mier te maken. Hoe wonderlijk is het dat zelfs zulke kleine wezentjes vol zitten met instincten die de zorg voor elkaar regelen, de voortplanting en het zoeken naar voedsel.
Het is duidelijk dat de Schepper oog heeft voor detail. De psalmist zegt dat die machtige Schepper ons van binnen en van buiten kent en dat Hij bekend is met al ons doen en laten. Hij heeft oog voor onze wensen en vluchtige gedachten. Hij heeft oog voor onze lach, maar ook voor onze tranen.
Hoewel God persoonlijk met ons wil omgaan, wacht Hij totdat wij Hem de ruimte geven. Niet voor luttele jaren wil Hij deel uitmaken van ons leven. En niet alleen voor het leven hier en nu wil Hij zich laten kennen als een liefdevolle Vriend en Vader. Nee, voor eeuwig wil Hij bij ons zijn. Jezus zegt: Dit is het eeuwige leven, dat ze U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die U gezonden hebt.
Wie zijn hart voor de Schepper opent, haalt de eeuwigheid in huis.
maandag 19 maart 2012
Schepper. (Johannes 14:9 / Johannes 3:16)
Heeft u zich wel eens een voorstelling van onze Schepper proberen te maken? Misschien denkt u aan een rijzige persoon op een grote, gouden troon, omringd door witte, indrukwekkende gestalten. Of misschien ziet u een streng gezicht met vurige ogen, die recht in uw hart kijken.
Filippus, een van Jezus discipelen, vroeg om God de Vader te mogen zien. Het antwoord moet even verrassend als teleurstellend overgekomen zijn, want Jezus zei: Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Ook Mozes, die zeer close met God omging, stelde diezelfde vraag. En hoewel God Mozes Zijn gestalte toonde, bleef Zijn gezicht verborgen. Want, verklaarde God, geen mens zal mij zien èn leven.
Uit het scheppingsverhaal in Genesis lezen wij dat God het gehele universum uit het niets tot aanzien riep. Die macht gaat ons begrip verre te boven. Even bijzonder en onbegrijpelijk is daarom het feit dat die Schepper zelf een mens werd; een mens in wie wij God kunnen zien; die onze taal sprak en uiteindelijk zelfs bereid was te sterven. Waarom? Had God zichzelf dat lijden niet kunnen besparen? De Bijbel geeft hier luid en duidelijk antwoord op: Nee.
Onze brandende vraag hoe God eruit ziet, is in het licht van de Bijbel eigenlijk niet zo van belang. Belangrijker is de vraag hoe Hij òns ziet in deze door ons beschadigde en verziekte schepping. De Bijbel zegt dat het onze zonden zijn die scheiding met God teweeg brengen. En die scheiding met God gaat door, tot in alle generaties na ons. God ziet ons zondermeer als doodschuldig.
Blijft het daarbij?
Nee! Want er staat in de Bijbel geschreven: Zo lief had God de wereld dat Hij zijn enig geboren zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Door Jezus mogen wij God weer in de ogen kijken en leven. Door Jezus mogen wij onze hand in die van onze machtige Schepper leggen en met een volkomen gereinigd hart tot hem zeggen: ‘Vader’.
De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.
Filippus, een van Jezus discipelen, vroeg om God de Vader te mogen zien. Het antwoord moet even verrassend als teleurstellend overgekomen zijn, want Jezus zei: Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Ook Mozes, die zeer close met God omging, stelde diezelfde vraag. En hoewel God Mozes Zijn gestalte toonde, bleef Zijn gezicht verborgen. Want, verklaarde God, geen mens zal mij zien èn leven.
Uit het scheppingsverhaal in Genesis lezen wij dat God het gehele universum uit het niets tot aanzien riep. Die macht gaat ons begrip verre te boven. Even bijzonder en onbegrijpelijk is daarom het feit dat die Schepper zelf een mens werd; een mens in wie wij God kunnen zien; die onze taal sprak en uiteindelijk zelfs bereid was te sterven. Waarom? Had God zichzelf dat lijden niet kunnen besparen? De Bijbel geeft hier luid en duidelijk antwoord op: Nee.
Onze brandende vraag hoe God eruit ziet, is in het licht van de Bijbel eigenlijk niet zo van belang. Belangrijker is de vraag hoe Hij òns ziet in deze door ons beschadigde en verziekte schepping. De Bijbel zegt dat het onze zonden zijn die scheiding met God teweeg brengen. En die scheiding met God gaat door, tot in alle generaties na ons. God ziet ons zondermeer als doodschuldig.
Blijft het daarbij?
Nee! Want er staat in de Bijbel geschreven: Zo lief had God de wereld dat Hij zijn enig geboren zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Door Jezus mogen wij God weer in de ogen kijken en leven. Door Jezus mogen wij onze hand in die van onze machtige Schepper leggen en met een volkomen gereinigd hart tot hem zeggen: ‘Vader’.
Mist. (Jesaja 44:22)
Als kleine jongen ben ik eens verdwaald geweest in de mist. Het was een angstige ervaring, die ik me nog herinner als de dag van gisteren. In het vuur van mijn spel week ik af van een pad en holde een mistig weiland in. Plotseling werd de mist dikker en was ik alle gevoel van richting kwijt. Roepen hielp niet, want het bleef rondom mij zo stil als de nacht.
Zoals een mens verdwaald kan raken in de mist, zo kan een mens ook verdwaald raken in zonden. Foute keuzes, verkeerde gewoonten, onoplettendheid, goddeloosheid; je kunt er het spoor in bijster raken als in een dichte nevel.
Er zijn twee manieren waardoor mist kan verdwijnen: door de warmte van de zon en door de stroming van de wind. Ook geestelijke mist verdwijnt door diezelfde twee dingen: God wil de wind van de Heilige Geest door ons hart laten waaien, waardoor er weer zicht komt. En wie het licht van Jezus in zijn leven toelaat, komt weer op het spoor, hoe verdwaald ook, want Jezus is de blinkende Morgenster. God zegt bij monde van Jesaja: Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk.
Met zoeken en heen en weer lopen ben ik uiteindelijk weer op het pad teruggekomen. En wie oprecht naar Jezus zoekt, zal Hem vinden; de Weg, de Waarheid èn het Leven.
De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.
Zoals een mens verdwaald kan raken in de mist, zo kan een mens ook verdwaald raken in zonden. Foute keuzes, verkeerde gewoonten, onoplettendheid, goddeloosheid; je kunt er het spoor in bijster raken als in een dichte nevel.
Er zijn twee manieren waardoor mist kan verdwijnen: door de warmte van de zon en door de stroming van de wind. Ook geestelijke mist verdwijnt door diezelfde twee dingen: God wil de wind van de Heilige Geest door ons hart laten waaien, waardoor er weer zicht komt. En wie het licht van Jezus in zijn leven toelaat, komt weer op het spoor, hoe verdwaald ook, want Jezus is de blinkende Morgenster. God zegt bij monde van Jesaja: Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk.
Met zoeken en heen en weer lopen ben ik uiteindelijk weer op het pad teruggekomen. En wie oprecht naar Jezus zoekt, zal Hem vinden; de Weg, de Waarheid èn het Leven.
De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.
Bergen. (Psalm 121)
Ik zag eens bij iemand een tegeltje aan de wand hangen met de veelzeggende tekst: God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst. Die tekst klinkt goed, maar kan ons ook gemakkelijk op het verkeerde been zetten. Het kan lijken alsof God slechts geïnteresseerd is in onze aankomst, en zich niet druk maakt over onze weg er naartoe.
Niets is minder waar. God wil wel degelijk betrokken zijn bij alles wat wij meemaken. Soms houdt Hij ons verre van moeite en zorg en soms draagt Hij ons er doorheen. Hij is zó bij ons betrokken, dat volgens de Bijbel zelfs al onze haren zijn geteld.
Toch lijkt het vaak alsof wij er alleen voor staan. Dan kunnen we tegen de moeilijkheden opkijken, alsof het bergen zijn. En soms lijkt het alsof die bergen ons totaal omringen. Als je dan na hevige inspanning over de top van de ene berg bent geklommen, zie je de volgende alweer opdoemen. Om moedeloos van te worden.
Dit is niet de manier van leven die God voor ons wil. Zeker, er kunnen hoge bergen zijn. Maar het is niet nodig dat wij al onze krachten verbruiken met uitputtende geestelijke klimpartijen. De Psalmist zegt: Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? Dan geeft hij het antwoord: Mijn hulp is van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft.
God weet alles over bergen. Hij kent niet alleen elke hoogte en diepte op aarde, maar Hij weet ook af van al onze persoonlijke hoogte- en dieptepunten. Hij is het die ons wil leiden en ondersteunen tijdens onze levensreis, hoe onstuimig die ook is. De laatste regel van Psalm 121 luidt: De Heer zal uw uitgang én ingang bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid. Met andere woorden: van de wieg tot het graf. Veilig en doelgericht wil Hij ons leiden, elke dag van ons leven.
De Bijbel is geen boek tussen alle gewone boeken. De Bijbel wil een actuele, levende wegwijzer zijn richting een volmaakte toekomst. Met de korte stukjes op dit blog hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het bekend maken van de Bijbelse boodschap; de boodschap over de verlossing van zonden door Jezus Christus.
Niets is minder waar. God wil wel degelijk betrokken zijn bij alles wat wij meemaken. Soms houdt Hij ons verre van moeite en zorg en soms draagt Hij ons er doorheen. Hij is zó bij ons betrokken, dat volgens de Bijbel zelfs al onze haren zijn geteld.
Toch lijkt het vaak alsof wij er alleen voor staan. Dan kunnen we tegen de moeilijkheden opkijken, alsof het bergen zijn. En soms lijkt het alsof die bergen ons totaal omringen. Als je dan na hevige inspanning over de top van de ene berg bent geklommen, zie je de volgende alweer opdoemen. Om moedeloos van te worden.
Dit is niet de manier van leven die God voor ons wil. Zeker, er kunnen hoge bergen zijn. Maar het is niet nodig dat wij al onze krachten verbruiken met uitputtende geestelijke klimpartijen. De Psalmist zegt: Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? Dan geeft hij het antwoord: Mijn hulp is van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft.
God weet alles over bergen. Hij kent niet alleen elke hoogte en diepte op aarde, maar Hij weet ook af van al onze persoonlijke hoogte- en dieptepunten. Hij is het die ons wil leiden en ondersteunen tijdens onze levensreis, hoe onstuimig die ook is. De laatste regel van Psalm 121 luidt: De Heer zal uw uitgang én ingang bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid. Met andere woorden: van de wieg tot het graf. Veilig en doelgericht wil Hij ons leiden, elke dag van ons leven.
![]() |
Ik hef mijn ogen op naar de bergen... |
Abonneren op:
Posts (Atom)